Cultureel-erfgoedsector pleit voor een meerstemmige toekomst

Het Overleg Cultureel Erfgoed (OCE) maakt zich sterk voor de cultureel-erfgoedorganisaties in Vlaanderen en Brussel. De belangenbehartiger ageert tegen de aangekondigde besparingen op de cultureel-erfgoedsector en de onduidelijkheid over de alternatieve besteding van de twee miljoen euro die hierdoor vrijkomt. OCE pleit bovendien voor een transparant en divers erfgoedbeleid.

Hieronder de verklaring van OCE, zoals die werd voorgesteld op Het Groot Onderhoud, de jaarlijkse sectorbijeenkomst van de cultureel-erfgoedsector.

Polyfonie voor het Vlaanderen van de toekomst

Sinds vrijdag 8 november heeft de brede cultuursector zicht op de beleidsvoorstellen in de nota Cultuur, Jeugd en Media voor de periode 2019 – 2023. Tegelijk bezorgde de Vlaamse Regering ook een begrotingsvoorstel voor 2020 aan het Vlaams Parlement, waarin de schaar wordt gezet in de middelen voor cultuur. Cultureel erfgoed lijkt daarbij gespaard. Althans qua budget.


Of toch niet? Want de cultureel-erfgoedsector werkt niet geïsoleerd van de rest van de culturele sector of maatschappij. En waarin worden de bespaarde middelen straks geïnvesteerd?

Vele stemmen uit de brede cultuursector lieten zich al horen op de podia, op de straat, op de sociale media…  Op dit Groot Onderhoud in het teken van meerstemmigheid willen we als verzamelde erfgoedsector ook onze stem laten horen in het debat.


Omdat we geloven dat investeren in cultureel erfgoed een investering is in de toekomst. Omdat we solidair willen zijn met onze collega’s uit de kunsten, uit het socio-cultureel werk. Want de kracht van polyfonie (die trouwens zijn bakermat vindt in Vlaanderen) zit in de wisselwerking tussen verschillende stemmen. Wie raakt aan één zanglijn, verstoort de samenzang.

Polyfonie: Elke Canon is meerstemmig

Welke rol wil het cultureel erfgoedveld opnemen in het maatschappelijke debat? En waar begint en eindigt deze rol? Bij het stimuleren van reflectie, bij het aanjagen van debat, of bij het ‘neutrale’ presenteren? Kan dit überhaupt wel? Iedere inhoudelijke en vormelijke beslissing bepaalt mee wie wel en wie niet wordt aangesproken. Wat wel of niet in beeld wordt gebracht. Vandaag staan we hier op deze sectordag rond ‘Conflict en meerstemmigheid’ om met de verschillende deelsectoren het gesprek aan te gaan en resoluut te kiezen voor de rijkdom van de polyfonie.

Deze muzikale vernieuwing die ooit in onze regio ontstond en van daaruit de wereld heeft veroverd, is een goede metafoor voor wat zich vandaag in onze sector afspeelt. In onze musea, bibliotheken, archieven en verenigingen weerklinkt een prachtige samenzang van de diverse soorten erfgoed, van de grote en kleine verhalen, van het economisch kostbare tot het emotionele waardevolle, erfgoed van iedereen die vandaag in en aan Vlaanderen mee bouwt.

Wij geloven in het fijnmazige netwerk van erfgoedspelers dat zo typisch is voor Vlaanderen. In al die cultureel-erfgoedorganisaties, dienstverleners en verenigingen die elk vanuit hun perspectief zorgen voor erfgoed en tradities. Zíj vormen sámen al jaren de Vlaamse canon. Wij houden daarom geen pleidooi voor één register, voor één perspectief, voor één enkel Museum van de Vlaamse Geschiedenis. We pleiten juist voor véle, vanuit pluralistische waarden. Ons werk gaat niet enkel over de grootsheid van één Vlaams verleden, maar over een dynamisch proces, over wat mensen vandaag koesteren en belangrijk vinden, en welk erfgoed we kunnen doorgeven aan nieuwe generaties. Dat erfgoed komt uit àlle hoeken en lagen van de samenleving.

Investeren in het bestaande, historisch gegroeide weefsel, versterkt het opgebouwde geheugen en de verwevenheid ervan met de veranderende samenleving. In samenspraak met beleidsmakers en vertegenwoordigers van de erfgoedgemeenschappen kunnen we deze opdracht ook in de toekomst autonoom oppakken vanuit onze professionele deontologie. Het is ook vanuit die houding dat we graag de dialoog aangaan met o.m. het beleidsdomein toerisme of onderwijs om ervoor te zorgen dat erfgoed niet louter instrumenteel wordt ingezet om economische of ideologische doeleinden te realiseren.

Solidair en toekomstgericht: bouwen aan het erfgoed van morgen

Elke generatie heeft recht op zijn erfgoed, op zijn “Vlaamse Meesters”. Nu wordt de blik gericht op Breugel en Van Eyck, maar dat mag ons niet blind maken voor hedendaagse ontwikkelingen en de prille creativiteit die vandaag broeit. Er is immers een directe samenhang tussen de kunstensector, het sociaal-cultureel werk en de erfgoedspelers.

Wie beknibbelt op subsidies voor de kunsten, wie raakt aan het verenigingsleven, raakt ook aan de erfgoedsector, aan het ‘erfgoed-to-be’. Een druppelende projectsubsidiekraan laat de innovatie verdorren, ze droogt de humuslaag uit die onze sector en maatschappij voedt, ze sluit de cultuursector af van de moeilijk bereikbare maatschappelijke doelgroepen.

Een generieke besparing van 6% en een besparing van 60% op de projectmiddelen bij onze cultuurcollega’s hypothekeert de toekomst, ook die van erfgoed. De geschiedenis leert ons dat dit leidt tot een braindrain van Vlaams talent naar andere landen. Vandaag lonkt Duitsland met een verhoging van de culturele middelen met 9%.

Investeer: lokaal én globaal!

De Vlaamse regering droomt van internationaal excelleren, van erfgoed als verbeeldend exportproduct. De historische achterstand en tekorten waar de sector mee kampt, steken echter schril af tegen deze ambities: in de erfgoedsector die financieel naar adem hapt, gaat internationale export vaak ten koste van de eigen dynamiek en de autonomie van het erfgoedwerk vandaag.

De erfgoedsector smeekte al jaren om een stijging van de middelen om minstens het niveau van onze buurlanden te kunnen halen. De Vlaamse overheid heeft eind 2018 deze nood gelenigd en 9,6 miljoen euro extra uitgetrokken voor musea, archieven, erfgoedbibliotheken en landelijke dienstverlenende rollen. Met de besparing van 3% wordt hiervan meteen 1,4 miljoen teruggenomen. Daarnaast zou ook ons steunpunt FARO met 8% beknot worden. De beslissing over de erfgoedconvenants die lokaal en regionaal werken wordt volgend jaar pas genomen. Zij moesten het voorbije decennium tot 20% inleveren, terwijl de verwachtingen enkel toenemen. En dan kijken we enkel naar de Vlaamse financiering. Lokale besturen nemen hun financiële verantwoordelijkheid voor de sector op, maar gaan ook over tot besparingen.

De erfgoedsector wil zelf ook op internationaal niveau meekunnen, op voorwaarde dat deze niet ten koste gaan van de kracht en ecologie van het werkveld. We zijn ook bereid om op te zoek te gaan naar aanvullende financiering om de tekorten in te perken. Alleen is het huidige kader niet aangepast aan de mogelijkheden. We vragen dat er de volgende jaren wordt ingezet op het ontwikkelen van fiscale tools die het mogelijk maken om bijkomende financiering te ontwikkelen (tax shelter en andere) en een indemniteitsregeling om grote tentoonstellingen betaalbaar te maken.

Investeren in de creatieve sector, cultuur – en erfgoedsector loont. Pascal Cools, directeur van Flanders DC toont aan dat er 171.265 mensen in de creatieve sector werken die samen voor 12,5 miljard euro aan toegevoegde waarde creëren. De tewerkstelling in de creatieve sector groeide met 26%, die van de Vlaamse economie in het algemeen met 6%. Gerichte investeringen in de noden die de Vlaamse erfgoedorganisaties consequent hebben aangekaart, kunnen zorgen voor een bijkomend positief vliegwieleffect in de brede samenleving. Daarmee vormen we niet alleen “een bron van verbazing, informatie, emotie, vreugde, schoonheid en vertier maar ook een economisch powerhouse”, aldus de directeur van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse overheid.

We horen graag dat er 2 miljoen extra wordt aangekondigd. Echter, waarin precies wil de regering straks die extra middelen – die eerst ook via besparingen van 3% worden bijeen gebracht – investeren? Als sector vragen we aan Minister Jambon om hierover in dialoog te kunnen gaan.

  • Nieuwsbericht
  • |
  • 30-11-2019
  • |
  • David Coppoolse (Vlaamse Erfgoedbibliotheken)