IMPRESSVM. De wieg van de Vlaamse boekdrukkunst
Het project IMPRESSVM. De wieg van de Vlaamse boekdrukkunst registreert in samenwerking met collectiebeherende instellingen alle in Vlaanderen gedrukte incunabelen in Vlaams bezit op basis van een gestandaardiseerd model. Door registratie buiten Vlaanderen brengen we verder de vroegste Vlaamse boekdrukkunst zo volledig mogelijk in kaart. De data wordt open en herbruikbaar ter beschikking gesteld aan de erfgoedgemeenschap via de STCV-databank, wat de internationale zichtbaarheid van dit unieke erfgoed verhoogt.
Wil je zoeken in STCV? Ga dan naar stcv.be.
Over welk erfgoed gaat het project?
Boeken gedrukt vóór 1501, toen de Europese boekdrukkunst nog in haar kinderschoenen stond, zijn incunabelen, van het Latijnse incunabulum (wieg, oorsprong). Ze vormen een onmisbare schakel bij de evolutie van het handgeschreven naar het gedrukte woord, omdat de vroegste drukkers inspiratie haalden uit het middeleeuwse manuscript bij de vormgeving ervan en door het gebruik van rubricering, lettertypes, afkortingen, ligaturen, handgekleurde initialen, houtsneden en versieringen.
Incunabelen zijn daardoor uniek erfgoed. Alle exemplaren verschillen onderling door deze handschriftelijke en exemplaargebonden elementen, omdat ze afhankelijk van de voorkeuren en middelen van kopers andere accenten kregen. Incunabelen zijn ook zeldzaam: vaak bestaan er nog maar enkele kopieën of er is slechts één (onvolledig) exemplaar of los fragment bewaard. Vlaamse incunabelen zijn bovendien verspreid bewaard in zowel binnen- als buitenlandse instellingen.
Vlaamse incunabelen hebben verder een bijzondere cultuurhistorische waarde als de vroegste getuigen van de bruisende boekdrukkunst in onze regio. Huidig Vlaanderen, de toenmalig zuidelijke gewesten van de Bourgondische Nederlanden, was vooraf een toonaangevend centrum voor handschriften en groeide vanaf 1473 uit tot een knooppunt van de productie van gedrukte boeken in Aalst, Brugge, Leuven, Brussel, Oudenaarde, Antwerpen en Gent.
De boekdrukkunst had door een bredere en snellere verspreiding van ideeën een grote impact op de Zuid-Nederlandse maatschappij. Incunabelen hebben daarom een ijkwaarde voor wetenschappelijk onderzoek naar deze evolutie. Niet voor niets staan verschillende exemplaren op de Topstukkenlijst.
Tot nu toe hebben we geen duidelijk zicht op de werkelijke hoeveelheid Vlaamse incunabelen. Bestaande internationale databanken ter identificatie van incunabelen zijn werken in uitvoering. Zo vermeldt de Incunabula Short Title Catalogue (ISTC) 897 bewaarde incunabeledities gedrukt in Vlaamse steden, maar we weten dat er Vlaamse incunabelcollecties zijn die verre van volledig zijn opgenomen.
Uiteenlopende Vlaamse instellingen – wetenschappelijke en openbare bibliotheken, maar ook musea, archieven en religieuze instellingen die erfgoedbeheer niet noodzakelijk als opdracht hebben – bewaren incunabelen. Zo zouden zo’n 30 Vlaamse collecties van de gekende 897 edities minstens 403 exemplaren van 249 verschillende edities bezitten.
Kleinere, meer verdoken collecties zijn zelden bibliografisch beschreven, maar ook grotere collecties zijn niet altijd volledig of afdoende geregistreerd. Ze kampen vaak ook met een gebrek aan kennis of middelen om ontsluiting (en digitalisering) op eigen kracht te realiseren. Dat vereist immers een specialistische aanpak: bij incunabelen ontbreken vaak de elementen waarop catalografen beroep doen bij collectieregistratie — titelpagina, auteursgegevens, impressum, katernsignaturen, paginering — waardoor gangbare beschrijvingsregels niet altijd bruikbaar zijn.
Van alle gekende Vlaamse incunabelen zijn begin 2022 maar 119 edities (13%) rudimentair in STCV beschreven, omdat de focus van STCV tot nu toe noodgedwongen op de zeventiende en achttiende eeuw lag. Zo konden we voor tenminste deze periodes met beperkte middelen toch tot een resultaat komen dat toonaangevend is en zinvol voor collectiebeheer en onderzoek.
Wat wil het project realiseren?
Gezien het belang van dit vroege drukwerk nemen we de (gespecialiseerde) incunabelenregistratie op als een afzonderlijk project dat ons in staat stelt om dit erfgoed voor het eerst systematisch en duurzaam te beschrijven en ontsluiten in de autoritatieve STCV-databank. De registratie zal plaatsvinden d.m.v. een specifiek ontwikkeld beschrijvingsmodel en ‘met het boek in de hand’ om de betrouwbaarheid van de informatie te garanderen.
Bij de selectie van Vlaamse incunabelen hanteren we twee criteria die aansluiten bij de opzet van STCV. Het gaat om drukken die (vermoedelijk) werden geproduceerd vóór 1501 en geproduceerd en/of verkocht op het grondgebied van het huidige Vlaanderen en Brussel, in de toenmalige Zuidelijke Nederlanden. Het project duurt twee jaar en heeft drie werkpakketten.
Lijn A–COLLECTIEREGISTRATIE
We ontwikkelen eerst en vooral een gestandaardiseerd model om incunabelen te beschrijven aan de hand van bestaande (internationale) beschrijvingsstandaarden en (internationale) publicaties over (Vlaamse) incunabelen. Vervolgens faciliteren we een adviescommissie met Belgische expert-collectiebeheerders en internationale experten die ons helpen een uitgebreid toegepast beschrijvingsmodel uit te werken volgens het algemene STCV-model. Ten slotte zorgen we ervoor dat de data over incunabelen kan worden opgenomen in de STCV-databank.
Ondertussen stellen we inventarissen op waarin we de bestaande informatie over Vlaamse incunabelcollecties en incunabelen samenbrengen. Samen met collectiebeheerders maken we vervolgens systematische beschrijvingen van Vlaamse incunabelen in de STCV-databank. We doen dat op basis van autopsie ter plaatse, volgens een gerichte tweesporenstrategie en met een afgerond resultaat.
Enerzijds identificeren, lokaliseren en registreren we alle exemplaren in Vlaamse collecties ter plaatse in een participatief proces waarin collectiebeheerders kennis opdoen over hun incunabelcollectie en het beschrijven van incunabelen.
Anderzijds brengen we door een aanvullende, editiegerichte registratie het corpus van incunabeledities dat in Vlaanderen werd gedrukt zo volledig mogelijk in kaart op basis van minstens één exemplaar in niet-Vlaamse collecties. Door registratie in Brusselse, Waalse en vier buitenlandse bewaarinstellingen met omvangrijke collecties Vlaamse incunabelen zal het aantal geregistreerde edities oplopen tot ca. 80% van alle vijftiende-eeuwse Vlaamse drukken.
Lijn B–VERGROTEN ZICHTBAARHEID EN OPEN DATA
Het gebruik van digitale technologie staat centraal in de werking van de Vlaamse Erfgoedbibliotheken en onze expertisepartners. We optimaliseren de bruikbaarheid en stimuleren het hergebruik van de data voor de internationale erfgoedgemeenschap. Dat doen we door alle gegevens als open data beschikbaar te stellen, zodat ze vindbaar, toegankelijk, uitwisselbaar en herbruikbaar zijn.
Daarnaast verhogen we de internationale zichtbaarheid van de collectiedata, waarbij we instellingscatalogi en internationale bibliografische databanken van (links naar) betrouwbare gegevens over incunabelen voorzien die toeleiden naar gedigitaliseerde of fysieke collectiestukken. We valoriseren de opgedane kennis en ervaringen rond (digitale ontsluiting van) incunabelen en zetten het erfgoed internationaal in de kijker, door erover te communiceren volgens de vaste kanalen.
Ook organiseren we publieksinitiatieven over Vlaamse incunabelen. Zo plannen we een Nederlands- en Engelstalige online tentoonstelling op Flandrica.be gekoppeld aan een campagne op sociale media in samenwerking met de projectpartners en werken we een thematische lezingenreeks uit. We ondersteunen daarnaast ook publieksinitiatieven van collectiebeheerders rond het ontstaan van de Vlaamse boekdrukkunst, in 2023 550 jaar geleden.
We stellen het project voor in publicaties, door de publicatie van een artikel in een publieksgericht tijdschrift over erfgoed en een themanummer in het internationaal vaktijdschrift De Gulden Passer. Tot slot maken we het publiek bekend met het project op professionele evenementen, zoals op een internationale boekhistorische conferentie (SHARP) en op een bijeenkomst voor erfgoed/bibliotheekprofessionals.
Expertiseopbouw en -deling
De grote collectiebeherende partners en de Vlaamse Erfgoedbibliotheken hebben grondige kennis over de registratie en digitalisering van bibliothecair erfgoed en de ontsluiting van metadata en digitale objecten. Door de gezamenlijke ontwikkeling van standaarden voor de registratie van incunabelen in internationaal verband versterken we de kennis over analytische bibliografie en (Vlaamse) incunabelen.
Het project creëert:
- een vooraanstaande informatiebron die Vlaamse collecties in een internationale context plaatst en catalografische projecten, digitaliseringsinitiatieven en onderzoek naar het vroegste drukwerk mogelijk maakt;
- belangrijke kennis voor het beheer en de waardering van dit erfgoed bij collectiebeheerders die richtinggevend werkt bij collectiebeleid (omdat collectiebeheerders een duidelijker zicht krijgen op de uniciteit van hun collecties over de grenzen heen) en nieuwe mogelijkheden schept voor de valorisatie ervan;
- de noodzakelijke basis voor een vervolgtraject met als doel de preservering en digitalisering van Vlaamse incunabelen te verzekeren.
We delen daarnaast onze expertise op maat van de participerende collectiebeherende instellingen.
Aanvullend op onze driejaarlijkse meerdaagse STCV-workshop die collectiebeheerders opleidt in de STCV-methode voor toepassing bij het beschrijven van oude drukken organiseren we later in 2022 een verdiepende vorming over het beschrijven van incunabelen.
Door participatie in de adviescommissie kunnen collectiebeheerders hun kennis over Vlaamse incunabelen verdiepen. In de collegagroepen Digitale Collectieregistratie en Oude Drukken kunnen ze kennis en ervaringen uitwisselen rond registratie en incunabelen en samen nieuwe inzichten opbouwen. Niet-Vlaamse instellingen bieden we documentatie aan over de ontwikkeling van de methodiek om internationale standaardisering bij het beschrijven van incunabelen te stimuleren.
Welke organisaties nemen deel aan het project?
Het project komt tot stand binnen een netwerk van 38 organisaties in Vlaanderen en daarbuiten.
De collectiepartners leveren de benodigde kennis over hun collecties, faciliteren en participeren bij registratie in situ, verbeteren en verrijken de eigen catalogi op basis van de gegenereerde data, helpen na het project de informatie over hun incunabelen up-to-date te houden en zetten het project en Vlaamse incunabelen in de kijker bij hun doelgroepen.
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
- Museum Plantin-Moretus
- Universiteit Antwerpen - Bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap
- Openbare Bibliotheek Brugge
- Universiteitsbibliotheek Gent - Boekentoren
- KU Leuven Bibliotheken - Bijzondere Collecties
- KU Leuven Bibliotheken - Maurits Sabbebibliotheek
- KU Leuven Bibliotheken - Campus KULAK
- Bibliotheek Grootseminarie Ten Duinen
- Paters Karmelieten
- Rijksarchief Gent
- Stichting Jean van Caloen vzw
- Sint-Pietersabdij Steenbrugge
- Abdij Benedictijnen vzw
- Rijksarchief Kortrijk
- Cultura Fonds, Dilbeek (Prominter NV)
- M Leuven
- Nobertijnenabdij van Postel
- Stadsarchief Brugge
- Bibliotheek Bisschoppelijk Seminarie Gent
- Abdij der Norbertijnen van Averbode
- Stadsarchief Oudenaarde
- Stadsarchief Mechelen
- Stadsarchief Aalst
- Bibliotheca dominicana
- VZW Camino Brugge
- Abdij van Bornem (Gemeentebestuur Bornem - Dienst Erfgoed & Toerisme)
- KBR
- ULiège Library - ULiège Library
- Bayerische Staatsbibliothek
- KB. Nationale bibliotheek van Nederland
- Bibliothèque nationale de France
- British Library
- Archives de l'État à Liège
We kunnen voor de uitvoering van het project een beroep doen op een reeks partnerorganisaties die beschikken over relevante kennis en ervaring:
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
- Museum Plantin-Moretus
- Universiteit Antwerpen - Bibliotheek van het Ruusbroecgenootschap
- Openbare Bibliotheek Brugge
- Universiteitsbibliotheek Gent - Boekentoren
- KU Leuven Bibliotheken - Bijzondere Collecties
- KU Leuven Bibliotheken - Maurits Sabbebibliotheek
- KBR
- Bayerische Staatsbibliothek
- KB. Nationale bibliotheek van Nederland
- Consortium of European Research Libraries (CERL)
- De Vereniging van Antwerpse Bibliofielen
- VRB Expertisehouders Levensbeschouwelijke Collecties
- De Vlaamse Werkgroep Boekgeschiedenis
Hoe wordt het project gefinancierd?
De kosten van dit tweejarige project voor de vzw Vlaamse Erfgoedbibliotheken zijn begroot op 227.000 euro. Daarvan wordt 133.000 euro gefinancierd met een projectsubsidie voor inhaalbeweging digitale collectieregistratie van de Vlaamse overheid, met de steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. De kosten voor de inzet van personeel bij de collectie- en expertisepartners worden gedragen door de organisaties zelf.