Terugblik: de stage van Yannick Ascoop
Yannick Ascoop werkte van medio november tot eind april voltijds bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheken als beroepsinlevingsstagiair. We vroegen hem om terug te blikken op het half jaar dat we met hem mochten samenwerken.
Hoe kwam je bij ons terecht?
Op de Facebookpagina van de master Historische Taal- en Letterkunde werd een vacature gedeeld voor projectmedewerker bij het handschriftenproject MMFC van de Vlaamse Erfgoedbibliotheken. Tijdens die master kwam ik bij een korte stage in het Museum Plantin-Moretus al in aanraking met handschriften. De stage bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheken leek me de perfecte kans om mijn kennis daarover verder uit te breiden. Breder zag ik de aanbieding als een opportuniteit om mijn eerste werkervaring in de cultureel-erfgoedsector op te doen.
Wat heb je bij ons gedaan?
Toen ik werd aangenomen kreeg ik meteen de kans om niet aan één maar twee projecten te werken. Ik werkte voornamelijk aan het MMFC-project, maar de eerste twee maanden heb ik mij drie halve dagen per week ook ingezet voor het krantenproject Abraham 2020.
Voor het Abraham-project verwerkte ik nieuwe data van partnerinstellingen met betrekking tot hun collecties historische kranten. De structuur van de aangeleverde gegevens varieerde sterk. Het was mijn taak de informatie klaar te maken om die vervolgens in te voeren in de databank. Ik vulde bestaande gegevens verder aan en voegde het krantenbezit dat nog niet geregistreerd was toe. Ik kwam zo ook in contact met enkele partnerinstellingen. In december hielp ik mee met de opleiding van een nieuwe beroepsinlevingsstagiair, die onder andere mijn Abraham-taken overnam.
Het grootste deel van mijn stage was ik projectmedewerker bij het MMFC-project. Toen ik half november begon zat dat nog in de beginfase. Daardoor was het takenpakket erg gevariëerd en uitdagend. Mijn grootste taak was het opsporen van middeleeuwse handschriften in Vlaamse instellingen, en het verzamelen en verwerken van informatie over de manuscripten. Ik leerde belangrijke databanken, projecten, studies en referentiewerken kennen en gebruiken. Daarbij gebruikte ik programma’s zoals Zotero en XMLmind.
Ik heb ook mijn communicatieve vaardigheden kunnen ontplooien. Bijna honderd instellingen zijn in het bezit van minstens één handschrift. Dat betekende dat ik veel in contact kwam met instellingen als musea, kerkfabrieken, stadsarchieven en bibliotheken, maar ook met onderzoekers en experten in het vakgebied. Het organiseren van een bijeenkomst voor een 35-tal leden van de klankbordgroep van het project, eind januari in Museum Plantin-Moretus, was een leuke en uitdagende opdracht die heel wat organisatie vergde.
Als projectmedewerker bracht ik een bezoek aan verschillende partnerinstellingen. Zo bracht de zoektocht naar handschriften me voor bibliografisch onderzoek verschillende keren naar de Universiteitsbibliotheek Gent. Ook maakte ik plaatsbezoeken om handschriften in situ te bekijken en te beschrijven. In de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience hielp ik mee met de registratie van een paar honderd handschriftfragmenten. In de Abdij van Park ontdekten we zo'n 250 handschriften die ik samen met mijn collega’s heb gefotografeerd. Er stonden nog heel wat andere plaatsbezoeken op het programma, maar vanwege COVID-19 konden die helaas niet doorgaan. Ik nam ook deel aan een collegagroep van Faro rond digitale collectieregistratie, waar ik een presentatie over het Abraham 2020-project mocht geven en workshops volgde over open data en dataverwerking.
Wat heb je bij ons geleerd?
De vzw Vlaamse Erfgoedbibliotheken is een dienstverlenende organisatie die overkoepelend werkt. Als starter in de sector kreeg ik een beeld van de vele organisaties die de Vlaamse cultureel-erfgoedsector rijk is en de projecten die er lopen. Ik ontdekte daarbij dat ik erin slaagde om vlot te communiceren met heel uiteenlopende organisaties en hun contactpersonen.
Ook binnen de organisatie kwam ik meer te weten over de verschillende projecten die er lopen. Ik werkte dan wel aan Abraham en MMFC, toch had ik dagelijks contact met alle collega’s en leerde ik hun projecten zoals STCV, de Collectiewijzer Erfgoedbibliotheken en de DBNL kennen. Ondanks dat iedereen aan eigen projecten werkte, heb ik geleerd hoe belangrijk teamverband is en vooral hoe aangenaam ik dat aspect vond. Er heerste de voorbije zes maand een heel aangename sfeer in een team van erg geëngageerde mensen, waarvoor ik met plezier heb gependeld tussen Gent en Antwerpen.
Op persoonlijk vlak heb ik ontdekt wat nu precies mijn sterkste vaardigheden zijn en aan welke ik nog kan werken. Ik heb ook geleerd dat de cultureel-erfgoedsector wel degelijk de sector is die me nauw aan het hart ligt, en dat ik me hier in de toekomst graag verder voor wil inzetten.
Ik heb vooral geleerd dat Vlaanderen veel middeleeuwse handschriften bezit en dat die heel erg verspreid zitten. Vlaanderen is een van de laatste gebieden zonder een volledig overzicht hiervan. Ik ben dan ook ontzettend blij dat ik als stagiair bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheken mijn steentje heb kunnen bijdragen aan de ontsluiting van deze soms prachtige, maar vaak nog ongekende middeleeuwse handschriften.