IMPRESSVM: De vroegste Vlaamse gedrukte boeken in kaart gebracht

Vlaams minister van Cultuur Jan Jambon kent een subsidie van 133.000 euro toe voor het tweejarige project IMPRESSVM. De wieg van de Vlaamse boekdrukkunst. Dankzij deze subsidie kunnen de Vlaamse Erfgoedbibliotheken in samenwerking met 38 binnen- en buitenlandse organisaties de vijftiende-eeuwse boekdrukkunst in Vlaanderen systematisch in kaart brengen.
Het project creëert een informatiebron die Vlaamse collecties incunabelen in een internationale context plaatst en catalografische projecten, digitaliseringsinitiatieven en onderzoek naar het vroegste drukwerk mogelijk maakt. Het zorgt voor belangrijke kennis voor het beheer en de waardering van dit erfgoed en schept nieuwe mogelijkheden voor de valorisatie ervan.
Wiegendrukken
Boeken gedrukt vóór 1501, toen de Europese boekdrukkunst nog in haar kinderschoenen stond, worden incunabelen of wiegendrukken genoemd. Ze vormen de schakel bij de evolutie van het handgeschreven boek naar het gedrukte boek in de eeuwen daarna. Voor de vormgeving van boeken uit deze periode haalden drukkers hun inspiratie bij verluchte middeleeuwse manuscripten. Deze handschriften laten in dit vroege drukwerk dan ook duidelijke sporen na. Zo werd de hoofdtekst al wel gezet met losse loden letters, maar werden initialen vaak nog met de hand ingekleurd. Ook in de structuur, lettertypes, rubricering, abbreviaturen, ligaturen en randversieringen herkennen we de handschriftentraditie.
Incunabelen uit de Zuidelijke Nederlanden hebben bovendien een bijzonder cultuurhistorische waarde. Het zijn de vroegste getuigen van de bruisende boekdrukkunst in onze regio.
In de late vijftiende eeuw groeiden de zuidelijke gewesten van de Bourgondische Nederlanden (toen al een toonaangevend centrum voor handschriften) op tien jaar tijd uit tot een belangrijk knooppunt voor de productie van gedrukte boeken in zeven verschillende steden: Aalst (vanaf 1473), Brugge (c. 1473), Leuven (c. 1473), Brussel (1475), Oudenaarde (1480), Antwerpen (1481) en Gent (1483).
De introductie van de boekdrukkunst had een grote impact op de Zuid-Nederlandse maatschappij. Het boekenaanbod groeide enorm en ideeën en kennis verspreidden zich op een veel grotere schaal dan daarvoor.
Alle exemplaren verschillen onderling, doordat ze afhankelijk van de voorkeuren en middelen van kopers andere accenten kregen, nadat ze waren gedrukt. Wie bereid was te investeren in een wiegendruk liet die rijkelijk versieren met initialen, minitiaturen en randdecoratie, terwijl houtsneden met de hand werden ingekleurd.
Incunabelen zijn ook zeldzaam. Vaak bestaan er nog maar een paar exemplaren of is er maar één exemplaar of zelfs maar een fragment bewaard. Dat alles maakt incunabelen tot uniek erfgoed. Daarom staan verschillende exemplaren op de Vlaamse Topstukkenlijst.
De introductie van de techniek betekende een belangrijke mijlpaal voor de Zuidelijke Nederlanden, maar er ontbreekt tot op heden een volledig overzicht van de vroege boekdrukkunst in onze regio. Onbekend maakt onbemind. Om die reden willen wij het voortouw nemen om dit unieke Vlaamse erfgoed op de kaart te zetten.
STCV-databank
Het IMPRESSVM-project zal bibliografische informatie over dit erfgoed voor de eerste keer systematisch registreren en ontsluiten op een centraal en duurzaam platform, STCV, de bibliografie van het handgedrukte boek in Vlaanderen. Het STCV-project realiseert een retrospectieve bibliografie van boeken die vóór 1801 van de pers kwamen in het huidig Vlaanderen .
Om zo’n omvangrijk bibliografisch project op een verantwoorde manier te realiseren, is een degelijke methodologische onderbouw nodig. Uitgebreide bibliografische regels en een controlecyclus voor de beschrijvingen garanderen dat de STCV aan hoge kwaliteitseisen voldoet.
Daarom maken we onze beschrijvingen op basis van de boeken zelf, ‘met het boek in de hand’. De online-catalogus van STCV is vrij raadpleegbaar en bevat vandaag meer dan 26.600 beschrijvingen op basis van bijna 52.000 onderzochte exemplaren.
IMPRESSVM
De nieuwe projectsubsidie stelt ons in staat om aan de hand van een toegepast beschrijvingsmodel incunabelen systematisch te beschrijven en ontsluiten in de STCV-databank. We vertrekken daarbij van een tweesporenstrategie. Enerzijds identificeren, lokaliseren en registreren we alle exemplaren in Vlaamse collecties.
Anderzijds brengen we door een aanvullende editiegerichte registratie in niet-Vlaamse collecties het corpus van incunabeledities dat in Vlaanderen werd gedrukt zo volledig mogelijk in kaart. We ontwikkelen hiervoor een gestandaardiseerd model om Vlaamse incunabelen te beschrijven, volgens het algemene STCV-model, internationale standaarden en de recentste wetenschappelijke inzichten en gedragen door experts en collectiebeheerders.
Bij de verwerking van de gegevens over incunabelen optimaliseren we de bruikbaarheid en stimuleren het hergebruik van de data voor de internationale erfgoedgemeenschap. We delen de opgedane kennis en ervaringen rond (digitale ontsluiting van) incunabelen en zetten het erfgoed internationaal in de kijker.
Dat doen we niet alleen. Het project komt tot stand binnen een netwerk van 38 organisaties in Vlaanderen en daarbuiten. Maar liefst 27 Vlaamse collectiebeherende organisaties, waaronder erfgoedbibliotheken, archieven, musea en religieuze organisaties werken mee aan het project.
Collectiepartners leveren de benodigde kennis over hun collecties en ondersteunen de registratie ter plaatse. Ze verrijken hun eigen catalogi op basis van de nieuwe beschrijvingen en helpen na het project de informatie over hun incunabelen up-to-date te houden. Ze zetten ten slotte het project en Vlaamse incunabelen in de kijker bij hun doelgroepen.
We kunnen daarnaast ook een beroep doen op een aantal organisaties die beschikken over relevante kennis en ervaring, waaronder onze partnerbibliotheken, KBR en enkele buitenlandse collectiebeherende instellingen.
Relanceplan Vlaamse Veerkracht
De subsidie voor dit project kadert in het relanceplan ‘Vlaamse Veerkracht’ van de Vlaamse Regering. Die kent in totaal 1.764.500 euro toe aan zestien verschillende cultureelerfgoedprojecten die achterstanden wegwerken op het vlak van digitale collectieregistratie. Die ondersteuning is mogelijk dankzij Europese steun vanuit het REACT-EU-programma.