Casestudy’s geven inzicht in de gevaren voor historische krantencollecties in Vlaanderen

We weten dat historische kranten niet het eeuwige leven hebben. Welke gevaren bedreigen de krantencollecties in Vlaamse instellingen nu precies? En wat zijn de oplossingen? Op basis van schaderegistratie bij enkele collectiebeherende organisaties en een literatuurstudie onderzocht de vzw Vlaamse Erfgoedbibliotheken de materiële conditie van dit waardevolle erfgoed.
Het onderzoek kadert in het project Nieuwe Tijdingen, een samenwerkingsproject met meemoo en collectiebeherende organisaties dat de weg uitstippelt naar een grootschalig programma voor digitalisering, duurzame archivering en online presentatie van het Vlaamse krantenerfgoed.
Opzet van het onderzoek
Het onderzoek vertrekt van gegevens over krantencollecties van collectiebeherende organisaties die de Vlaamse Erfgoedbibliotheken verzamelde in het kader van verschillende projecten rond historische kranten (Abraham 2020, Primeur en Nieuwe Tijdingen). Met deze gegevens stelden we vijf casestudy's op (zie afbeelding 1). Met deze casestudy's zoomen we in op enkele voorbeelden binnen het brede en divers landschap van dit soort collecties in Vlaanderen. Ze vertegenwoordigen verschillende types instellingen: (stads)archieven, openbare bibliotheken, erfgoedbibliotheken en universiteitsbibliotheken.
De manier van schaderegistratie verschilt sterk per instelling en varieert van summiere tot uitgebreide beschrijvingen op verschillende niveaus. Ze zijn ook uitgevoerd op basis van verschillende methoden: de Schadeatlas kranten van de Universiteitsbibliotheek Gent, de Schadeatlas bibliotheken van de Vlaamse Erfgoedbibliotheken of projectspecifieke richtlijnen voor schaderegistratie. Elke standaard of richtlijn voor schaderegistratie heeft zijn eigen insteek: de Schadeatlas kranten focust op de verzuring van kranten door middel van vijf graden van verzuring, de Schadeatlas bibliotheken bevat vier schadecategorieën betreffende de boekband, de boekconstructie, de boekblok en algemene biologische schade, en de projectrichtlijnen baseren zich op vier conditieniveaus die de fysieke staat van de band en het papier en de gevoeligheid voor bijkomende schade in kaart brengen.
Afbeelding 1: Overzicht van de verwerkingsmethode van de gegevens, het aantal titels, periode van uitgave, aantal jaargangen en indien gekend de bindwijze per jaargang van iedere casestudy.
We zetten de casestudy’s af tegen een literatuurstudie: Komen de bevindingen overeen? Of zijn er andere bedreigingen waar de ene studie meer inzicht biedt tegenover de andere? Daarnaast reikt de literatuur inzichten aan over de mogelijke oplossingen om het krantenerfgoed te borgen voor de toekomst.
‘Slow fire’ van verzuring
In de literatuur over bibliothecair erfgoed komt verzuring steevast uit de bus als de grootste bedreiging voor krantencollecties. Kranten werden na het midden van de negentiende eeuw vaak gedrukt op papier gemaakt van houtpulp. Door het hoge gehalte aan lignine in de houtpulp treedt verzuring op, waardoor het papier verkleurt en bros wordt. In een gevorderd stadium valt het papier uit elkaar, met verlies van de inhoud tot gevolg. Zorgvuldige bewaring kan het proces vertragen, maar verzuring is een vorm van autonoom verval en kan dus niet worden tegengehouden. In de Engelstalige literatuur staat dit proces dan ook bekend als ‘slow fire’, het trage vuur dat ons bibliothecair erfgoed onherroepelijk aantast (zie de literatuurlijst onderaan) .
In casestudy’s A en E is de verzuringsgraad door de collectiebeheerders geregistreerd aan de hand van de Schadeatlas kranten van de Universiteitsbibliotheek van Gent. Casestudy A verschaft met zijn grote variëteit aan titels een goed overzicht van verzuring over een lange periode. Ongeveer drie vierde van de jaargangen lijdt aan lichte tot ernstige verzuring (zie afbeelding 2: graad 1-5). Volgens de schadeatlas kan een derde van de jaargangen hierdoor niet meer geconsulteerd worden zonder schade te berokkenen (graad 3-5).
Afbeelding 2: Analyse van 1002 jaargangen uit 101 titels met publicatie tussen 1820 en 2013. Verzuringsgraden toegekend volgens de Schadeatlas kranten. Hoe hoger de graad, hoe sterker de verzuring.
Casestudy E geeft inzicht in de conditie van één langlopende krantentitel, uitgegeven tussen 1814 en 1940. Verzuring zorgt ervoor dat consultatie bij meer dan de helft van de banden onvermijdelijk leidt tot verdere schade. De graad van verzuring hangt echter nauw samen met de periode van uitgave. De jaargangen na 1877 hebben duidelijk te kampen met een hogere graad van verzuring (zie afbeelding 3). Dit is consistent met de literatuur: door de omslag naar houthoudend papier zijn kranten uit deze periode gevoeliger voor verzuring.
Afbeelding 3: Analyse van 196 banden van één krantentitel, gepubliceerd tussen 1814 en 1940. Verzuringsgraden toegekend volgens de Schadeatlas kranten. Hoe hoger de graad, hoe sterker de verzuring.
Niet alleen oude kranten hebben last van verzuring, ook jongere kranten krijgen ermee te kampen. Dit zie we in de collectie van casestudy C. Daar zien we bij een krantentitel schadekenmerken die duiden op een sterke graad van verzuring van jaargangen uit de jaren 1960 en 1970.
Lacunes, scheuren en vouwen
Mechanische schade vormen de tweede grootste bedreiging voor historische kranten. Dat soort schade kan worden veroorzaakt door veel factoren, waaronder consultatie, verkeerde berging of beschadigd naaisel van ingebonden kranten. Ze kunnen ook het gevolg zijn van verzuring, omdat het papier bros wordt en vervolgens scheurt of uiteen valt. Ook de gevolgen zijn veelzijdig. Zo kunnen ezelsoren en vouwen zorgen voor het binnensluipen van stof en kunnen vouwen leiden tot bladen die uitsteken en zo gemakkelijk beschadigd raken. Vergaande mechanische schade leidt uiteindelijk tot verlies van informatie.
In casestudy’s B en C analyseren we gegevens waar de schade is geregistreerd op basis van visuele omschrijvingen. Deze schaderegistratie hebben we omgezet naar de categorisering van de Schadeatlas bibliotheken. In casestudy B vormt mechanische schade met 89,7% de grootste bedreiging voor deze krantencollectie (zie afbeelding 4).
Afbeelding 4: Analyse van 97 jaargangen uit drie krantentitels met publicatie tussen 1850 en 1940. Samengesteld met behulp van de Schadeatlas bibliotheken. Deze methode gaat uit van vier schadecategorieën: A. Schade aan de boekband, B. Schade aan de boekconstructie, C. Schade aan de boekblok, en D. Biologische schadevorming.
Hieronder vallen kleine scheuren en gekartelde randen, maar ook plooien en grotere scheuren. Mechanische schade kan het gevolg zijn van andere schade die we terugvinden binnen deze collectie: schade aan de hechting van de bladen en katernen, of verzuring. Schade aan hechtingen komt voor bij ingebonden kranten. Als hechtingen beschadigd raken kunnen bladen verder scheuren of kunnen ze loskomen.
In casestudy C zien we dat de schadecategorie ‘lacunes, scheuren en vouwen’ opnieuw de grootste categorie vormt, goed voor 28,4% van de jaargangen (zie afbeelding 5). Dat is een stuk lager dan in casestudy B. In casestudy C zien we trouwens dat de mechanische schade van vergaande aard is. Er worden veelvuldig grote scheuren, verknippingen en perforaties met tekstverlies genoteerd. Onder de noemer ‘andere schade’ verzamelden we zowel onbekende schade (omschrijvingen zoals ‘beschadigd’ of ‘slechte staat’) en schade die buiten de categorieën valt, zoals aangebrachte annotaties. Ook in de andere collecties treffen we veelvuldig vormen van schade aan die onvoldoende specifiek zijn of buiten de categorieën valt.
Afbeelding 5: Analyse van 134 jaargangen uit 38 krantentitels met publicatie tussen 1936 en 2014. Samengesteld met behulp van de Schadeatlas bibliotheken. Deze tool werkt met vier schadecategorieën: A (schade aan de boekband), B (schade aan de boekconstructie), C (schade aan de boekblok) en D (biologische schadevorming).
Hoe kunnen we verder verval tegengaan?
Verschillende soorten schade vormen duidelijk een bedreiging, maar hoe gaan we om met dit verval? De oplossingen zijn beperkt. Preserverende maatregelen kunnen degradatie tegengaan door het optimaliseren van de manier van verpakken en bewaren, transport, en raadpleging. Deze maatregelen kunnen het verdere verval van kranten vertragen, maar zullen de achteruitgang van het papier niet volledig stoppen. Remediërende conservatie zoals papierrestauratie en restauratie van de boekbanden zijn gezien de omvang van de collecties en de kwetsbaarheid van de materialen meestal niet haalbaar.
De enige duurzame oplossing om de inhoud van de kranten te redden is digitalisering. Deze oplossing kunnen we zien als een conserveringsmethode, omdat ze informatieverlies tegengaat en toelaat om de originele drager beter te beschermen. Door digitalisering kunnen kranten bovendien weer geraadpleegd worden, waar dat nu soms beperkt wordt uit zorg voor de fysieke materialen.
Digitalisering brengt echter eigen uitdagingen met zich mee. Die analyseren we in casestudy D, een samenwerkingsproject voor de digitalisering van kranten uit acht collectiebeherende organisaties. De focus van dit project ligt op kranten die dringend gedigitaliseerd moeten worden omwille van conserving. Het valt op dat kwetsbare edities vaak zijn samengebonden met edities in goede staat, of zich concentreren in bepaalde jaargangen van een titel. De eerste pagina's van ingebonden kranten zijn vaak sterker beschadigd dan de andere pagina’s. Alleen de kwetsbare edities van een krant digitaliseren is logistiek te complex. Versnipperde edities of jaargangen digitaliseren leidt ook niet tot een gebruiksvriendelijk resultaat. Bovendien zouden veel van de jaargangen die vandaag nog in redelijke staat zijn later alsnog moeten worden gedigitaliseerd.
In de grafiek van casestudy D zien we verspreiding van de materiaalconditie, van goed tot slecht:
Afbeelding 6: Analyse van 1545 jaargangen van 77 titels gepubliceerd tussen 1814 en 2016. Analyse op basis van de projectspecifieke richtlijnen. De richtlijnen gaan uit van vier schadecategorieën om de staat van het papier en de kans op bijkomende schade te beoordelen.
Wat doet Nieuwe Tijdingen?
Voor veel instellingen is grootschalige digitalisering niet mogelijk omwille van de kosten en de werklast. Bovendien kunnen individuele projecten leiden tot dubbel werk en een versnipperd digitaal aanbod. Daarom is Nieuwe Tijdingen in het leven geroepen, een project waar de Vlaamse Erfgoedbibliotheken, meemoo en collectiebeherende organisaties de weg uitstippelen naar massadigitalisering van het Vlaamse krantenerfgoed.
De meest kwetsbare kranten willen we opnemen in eerste golf van zo'n overkoepelend digitaliseringsprogramma. Samen met collectiebeheerders werken we daarom vandaag al aan het idenitificeren van deze kranten en de opname ervan in een landelijke selectielijst. Meer hierover lees je meer in een eerder nieuwsbericht.
Blijf je graag op de hoogte van het project? Schrijf je dan in voor onze projectnieuwsbrief.
Meer lezen?
Enkele suggesties voor wie meer wil lezen over de fysieke conditie van kranten en papier:
- Breyne, Leen. Slow Fire!?: De problematiek van verzuurd papier. FARO|tijdschrift over cultureel erfgoed (2009)2.
- D'hoore, Marc, and Luyten, Dirk. Het eeuwige leven voor de krant? Eerste balans van het Nationaal Project voor de conservering van kranten. Bibliotheek- & archiefgids 82(2006)4.
- Moens, Sara & Rochmes, Sophia. Eerste hulp bij kwetsbare kranten: Tips om krantenerfgoed veilig te stellen voor de toekomst. META (2020)5.
- De Witte, Guy. VerzekerDe Bewaring: Papier. FARO, 2013.
- Wuyts, Eva. Geheugen van Ieper: de digitale ontsluiting van lokale krantenarchieven. Bibliotheek- & archiefgids 83(2007)3.
Ga je zelf aan de slag met schaderegistratie? De schadeatlassen zijn vrij beschikbaar:
- Hulpiau, Serafien. Schadeatlas kranten. 2019.
- Schadeatlas bibliotheken. Hulpmiddel bij het uitvoeren van een schade-inventarisatie. Tweede, herziene druk. Vlaamse Erfgoedbibliotheken, 2019.
Erfgoedbeheerders in België kunnen de Schadeatlas bibliotheken tegen verzendkosten bestellen bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheken. Wil je deze publicatie ontvangen in Nederland? Dan kan je hem gratis bestellen bij de KB.