Wie regelmatig manuscripten of archiefstukken ter hand neemt, zal wel al gemerkt hebben dat de 19e-eeuwse prachtige handschriften vaak moeilijker te ontcijferen zijn dan 15e-eeuwse kloostergeschriften. Als onderzoeker krijg je vaak een punthoofd van de verschillende stijlen en geschriften. En een onleesbaar woord betekent dikwijls een verkeerde of onvolledige interpretatie van de tekst. Aan de hand van talrijke voorbeelden leert u zelfs de moeilijkste teksten vormelijk te ontcijferen.
In de cursus leert men met de hand geschreven teksten van de Middeleeuwen tot de 19de eeuw ontcijferen. De teksten in de volkstaal (Frans en Nederlands) worden chronologisch behandeld. Er wordt aandacht besteed aan de theorie van de paleografie, zoals de wijziging van de lettertypes, afkortingssystemen, leestekens en cijfers. De klemtoon komt echter te liggen op de praktijk van het lezen van een zo groot mogelijk aantal brontypes. Er wordt enkel ingegaan op het vormelijk ontcijferen van de teksten, niet op de inhoud.
Aan het einde van de lessenreeks ontvangt u een bewijs van deelname. Als u slaagt voor de opdracht(en), dan ontvangt u een attest. De opdrachten zijn niet verplicht en zullen worden toegelicht door de docent tijdens de eerste les.