Het BoekenOverleg lanceerde op 1 april tijdens de Staat van het Boek een memorandum en een charter voor een meer inclusieve boeken- en letterensector.
Het BoekenOverleg is een overlegplatform waarin alle relevante spelers uit het waardenetwerk van het boek in Vlaanderen vertegenwoordigd zijn. Het BoekenOverleg gaat systematisch in gesprek met vertegenwoordigers van beleidsdomeinen op Vlaams, federaal en Europees niveau.
Naar aanleiding van de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen op 26 mei 2019 presenteert het BoekenOverleg andermaal een memorandum [1] met een duidelijk en concreet programma.
De Leeslijst pleit ondermeer voor meer middelen voor de coördinatie van de DBNL in Vlaanderen, voor een betere ontsluiting van literair erfgoed en de structurele betrokkenheid van Vlaanderen bij de uitbouw en werking van het e-depot en het webarchief.
Al meer dan tien jaar slaagt het overlegplatform erin om alle belangrijke thema's binnen het boeken-en letterenveld op een structurele wijze te behandelen in een breed sectoraal overleg. Het voorbije decennium leidde dit bij elke verkiezing telkens tot een uitgebreid memorandum. In het nieuwe memorandum worden tien prioriteiten voor vijf jaar beleid opgelijst.
Iedereen heeft het recht om literatuur te ontdekken en verhalen te creëren. Maar niet iedereen krijgt daartoe evenveel kansen of wordt even sterk uitgenodigd om aan die literatuur deel te nemen. Daarom lanceerde het BoekenOverleg naast het memorandum ook dit charter voor een inclusieve boekensector [2].
Inzetten op inclusie is belangrijk, zowel voor de sector als voor de lezer. Door aandacht te hebben voor inclusie en diversiteit versterken we het aanbod en investeren we in het publiek van vandaag én dat van de toekomst. Wie mee ondertekent, geeft aan hier actief en bewust te willen op inzetten.
Het charter wil verder meer zijn dan een intentieverklaring: het wil een hulpmiddel zijn voor al wie ervan overtuigd is dat inclusie loont en slimme verbindingen binnen de sector stimuleren.