De Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed (2013-2017) was een structureel platform voor Nederland-Vlaams overleg over digitaal erfgoed. In deze Commissie zetelden vertegenwoordigers van Nederlandse en Vlaamse veldorganisaties, beleidsorganisaties en uitvoeringsorganisaties die een centrale rol spelen bij digitaal erfgoed. Namens de sector van de Vlaamse erfgoedbibliotheken was de Vlaamse Erfgoedbibliotheek lid van de Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed.
De Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed werd ingesteld op initiatief van het Comité van Ministers [1], dat het beleid van de Nederlandse Taalunie vaststelt en bestaat uit de Vlaamse en Nederlandse bewindslieden van cultuur en onderwijs. Het Comité van Ministers baseerde zich daarbij op het advies Waardeer Samenwerking, Advies over Nederlands-Vlaams beleid voor het duurzaam beheren, behouden en beschikbaarstellen van Nederlandstalig digitaal erfgoed [2] van de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren [1] uit 2013.
In dit rapport constateert de Raad dat dat Nederlands-Vlaamse samenwerking een grote meerwaarde biedt om duurzaam beheer, behoud en beschikbaarstelling van Nederlandstalig erfgoed te optimaliseren. Samenwerking levert schaalvoordelen op en door afstemming van activiteiten wordt er efficiënter gewerkt. In Waardeer Samenwerking zijn ook knelpunten geïnventariseerd voor het duurzaam beheren, behouden en beschikbaar stellen van Nederlandstalig erfgoed. Op advies van de Raad heeft het Comité van Ministers daarop de Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed ingesteld.
Volgens het Comité van Ministers is Nederlands-Vlaamse samenwerking rond digitaal erfgoed zinvol omdat veel erfgoed is vastgelegd in de gemeenschappelijke taal, het Nederlands. Voorts geeft taal in de vorm van metadata betekenis aan gedigitaliseerd erfgoed en kan taal- en spraaktechnologie helpen bij de ontsluiting.
De commissie moest input te leveren voor een coherente Nederlands-Vlaamse beleidsagenda. Meer concreet formuleerde het Comité van Ministers deze vragen:
De leden van de commissie werden voorgedragen tijdens een bijeenkomst van Nederlandse en Vlaamse beleidsverantwoordelijken. De commissie mocht zelf haar werkwijze bepalen.
In 2014 lag de focus lag op het beantwoorden van de eerste vraag naar 'lessons learned' uit digitialiseringsprojecten. Het onderzoek daarvoor werd uitbesteed aan bureau HA Cultureel Erfgoed Management. Het resultaat was dit rapport:
Eén van de onderzochte projecten was Flandrica.be [4] van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek.
Op basis van onder meer dit rapport heeft de commissie succesfactoren voor Nederlands-Vlaamse samenwerking bepaald en aanbevelingen geformuleerd voor de bevoegde ministers. Die werden opgenomen in een tweede rapport, dat eind 2015 het licht zag:
Tenslotte leverde de commissie begin 2018 het antwoord op de derde vraag in een laatste rapport:
Van de rapporten zijn samenvattingen beschikbaar in het Nederlands en het Engels.
Het Comité van Ministers heeft de drie rapporten in ontvangst genomen, de aanbevelingen onderschreven en aan de bevoegde medewerkers gevraagd deze mee te nemen in de verdere beleidsontwikkeling in Vlaanderen en Nederland.
De rapporten van de Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed kunnen ook instellingen en organisaties in het erfgoedveld zelf inspireren en internationaal tot voorbeeld strekken.
De leden en plaatsvervangers van de Taaluniecommissie Digitaal Erfgoed waren: