Comites latentes: verborgen handschriften aan het licht gebracht

fragment van een perkament verluchte 15de-eeuwse rolkroniek

Het project Comites latentes (‘verborgen vrienden’) maakt verborgen handschriften in Vlaamse collecties zichtbaar via de MMFC-methode en -databank. Centraal staan enerzijds de slecht ontsloten en kwetsbare kerkelijke collecties en anderzijds de onderbelichte handschriftfragmenten, die binnen het project integraal gedigitaliseerd worden voor internationaal onderzoek. Op een participatieve manier verhoogt het project ook de expertise rond manuscripten bij erfgoedbeheerders.

Over welk erfgoed gaat het project?

Vlaanderen behoorde in de middeleeuwen tot een van de meest welvarende en toonaangevende gebieden van West-Europa. De cultuurproductie stond er op een zeer hoog niveau. Hiervan getuigen ook de vele luxueuze handschriften die toen geproduceerd werden en die tot op vandaag overgeleverd zijn. Talrijke prachtig verluchte exemplaren bevinden zich tegenwoordig in musea en bibliotheken verspreid over de hele wereld, maar ook in Vlaanderen zijn er nog veel manuscripten bewaard die ons een kijk geven op een waaier van middeleeuwse cultuurproductie en -beleving.

Ze gaan van grote liturgische codices die gebruikt werden in kerken en klooster, over verluchte prachthandschrifen vervaardigd voor hoofse opdrachtgevers, gebedenboeken voor leken, geleerde naslagwerken en schoolboeken, tot boeken met stichtende en onderhoudende literatuur in het Latjin en de volkstaal. Naar schatting gaat het om zo'n 4.000 à 5.000 hanschriften die dateren uit de periode 600-1600 (met uitsluitsel van handgeschreven archiefstukken), die nu te vinden zijn in openbare en semi-openbare collecties, 

Wat ging aan het project vooraf?

In 2019-2020 realiseerde de vzw Vlaamse Erfgoedbibliotheken met een projectsubsidie van de Vlaamse overheid en in samenwerking met expertisepartners en collectiehouders het MMFC-project dat de middeleeuwse handschriften in Vlaamse collecties in kaart heeft gebracht. Het projectteam ontwikkelde een relevant datamodel en een beschrijvingsmethode specifiek voor het registreren van middeleeuwse handschriften. Aan de hand daarvan werd een geïllustreerde databank aangelegd met basisgegevens over meer dan 3.400 handschriften bewaard in 56 openbare en semi-openbare collecties. Enkele collecties zijn reeds ter plaatse beschreven.

Wat wil het project realiseren?

Tijdens het MMFC-project in 2019 en 2020 werd duidelijk dat het aantal Vlaamse collecties met middeleeuwse handschriften beduidend hoger ligt dan algemeen gedacht. Ook het aantal individuele items ligt hoger dan in de oorspronkelijke inschatting. Het gaat uiteindelijk om meer dan 4000 handschriften, een derde meer dan eerst geschat, bewaard in meer dan 100 openbare en semi-openbare collecties. Veel van deze collecties en collectiestukken zouden op een meer diepgaande manier in kaart moeten worden gebracht en adequaat ontsloten worden zodat dit belangrijke erfgoed zichtbaar is en duurzaam gevaloriseerd kan worden door de erfgoedgemeenschappen.

We hebben de belangrijkste knelpunten bepaald:

1—Kwetsbare kerkelijke collecties zijn vaak slecht ontsloten, vooral deze die in situ worden bewaard. Ze bevatten zeer belangrijke handschriften, wat blijkt uit de erkenning van een aantal van hen als Vlaams topstuk. Deze ca. 50 collecties worden beheerd door abdijen, kloosters, bisschoppelijke archieven en parochiekerken. Van slechts één collectie bestaat een gedrukte catalogus. Slechts voor een beperkt aantal collecties die gedeponeerd zijn in centra verbonden aan Vlaamse universiteiten (KADOC, Maurits Sabbebibliotheek, Ruusbroecgenootschap) of in Rijksarchieven bestaan er online catalogi met beknopte beschrijvingen.

De laatste decennia hebben zich veel veranderingen voorgedaan in dit landschap door reorganisatie of opheffing van de klooster- en kerkgemeenschappen die eigenaar of beheerder zijn van de collecties. Door slechte ontsluiting zijn waardevolle stukken in deze context bijzonder kwetsbaar en is er een hoog risico op verlies. Dat geldt ook voor stukken bewaard in parochiekerken, die voor lokale gemeenschappen belangrijk zijn maar daarbuiten niet steeds bekend. De meeste relevante stukken zijn binnen het MMFC-project wel geïdentificeerd, maar de beschikbare metadata waren over het algemeen minimaal en controle en verdieping van de beschrijvingen was niet voorzien binnen dit project.

2—Gebrek aan expertise is in de meeste erfgoedbibliotheken een onoverkomelijke drempel om het handschriftenbezit op een wetenschappelijk correcte manier te beschrijven. Slechts een drietal grote bibliotheken met een omvangrijke handschriftencollectie heeft hiervoor een specialist in huis.  Beschrijvingsregels voor ander bibliothecair erfgoed, zoals gedrukte boeken en periodieken, laten zich slecht toepassen op handschriften. Beschrijvingen blijven meestal steken op het bibliografische niveau, terwijl erfgoedbeheer en onderzoek ook vragen om gegevens over het manuscript als object, met een specifieke ontstaans- en overleveringsgeschiedenis die fysieke sporen nalaten. Bij instellingen met een kleine handschriftencollectie (en dat zijn er heel wat) heeft het zelfstandig verwerven van deze specialistische kennis begrijpelijkerwijs weinig prioriteit. En dan zijn er nog de instellingen die het zonder enige professionele omkadering voor erfgoedbeheer moeten doen.

3—Vlaanderen bezit een verborgen collectie waardevolle handschriftfragmenten die niet inzetbaar zijn voor wetenschappelijk onderzoek. De fragmenten in de meer dan 40 relevante collecties zijn meestal niet of niet adequaat ontsloten. Enkele lokale instellingen bezitten kleine aantallen fragmenten die binnen hun erfgoedwerking weinig aandacht krijgen, waardoor dit bezit kwetsbaar is. Een aantal grotere erfgoedinstellingen bezitten omvangrijke collecties fragmenten die niet of amper ontsloten zijn. Geen enkele Vlaamse collectie is bovendien op dit moment toegankelijk op het digitale platform van het internationale Fragmentarium-project.

Het project Comites latentes biedt oplossingen voor deze uitdagingen:

Lijn A—Registratie zal de voormelde lacunes in de beschrijving van het Vlaamse handschriftenbezit remediëren. Vanaf 2021 catalogeren en beschrijven we ism. collectiebeheerders en -experts ca. 1650 manuscripten in ca. 80 kleine en grotere collecties volgens de MMFC-methodologie. Over een periode van 3 jaar wordt daardoor ongeveer een derde van het middeleeuwse handschriftenbezit in Vlaamse collecties ter plaatse grondig beschreven. Hierbij ligt de focus op 2 zwaartepunten waar de nood aan betere ontsluiting en registratie het grootst is:

A1—Kerkelijke collecties. Registratie van manuscripten in deze collecties en het beschikbaar maken van goede metadata zullen deze erfgoedcollecties op langere termijn beschermen. Een betere kennis via de ontsluiting op een landelijk platform zal het ook mogelijk maken om de stukken beter te waarderen en te valoriseren. De projectpartners met relevante expertise (KADOC, VRB, Maurits Sabbebibliotheek) zullen een cruciale rol spelen in het identificeren van kerkelijke collecties en het betrekken van hun beheerders bij het project.

A2—Fragmenten. Fragmenten van middeleeuwse handschriften staan momenteel sterk in de belangstelling. Verscheidene fragmenten bewaard in Vlaanderen zijn in de laatste jaren erkend als Vlaams topstuk. Internationaal heeft zich een bloeiende onderzoeksgemeenschap rond de studie van handschriftfragmenten ontplooid, terwijl het dmv. innovatieve IIIF-technologie intussen mogelijk is om handschriften virtueel te reconstrueren. De registratie van de Vlaamse fragmenten en het aanmaken van hoogwaardige digitale foto’s zullen Vlaanderen in staat stellen om een belangrijke rol te spelen in deze internationale onderzoekssamenwerking. Fragmenten kunnen binnen de bestaande MMFC-methode eenvoudig integraal worden gedigitaliseerd. De metadata en foto’s staan centraal in de samenwerking met het Fragmentarium-project (lijn C).

Lijn B—Expertiseontwikkeling: We ontwikkelen sectorbrede expertise over en sensibiliseren rond ontsluiting en conservering van middeleeuwse handschriften. Deze continue lijn richt zich gedurende de 3 projectfasen op verschillende doelgroepen. Gezien de steile leercurve is de begeleiding en expertise van de VEB hierbij cruciaal. Voor de kerkelijke collecties doen we een beroep op de contacten en expertise van de relevante projectpartners. In fase 1 bouwen we banden op met de religieuze instellingen. Vertrekkend vanuit de collegagroep Handschriften organiseren we gedurende het project vormingsactiviteiten om collectiebeheerders op te leiden in de MMFC-methodologie, zodat ze in staat zijn om zich in de metadata over hun eigen collectie in de databank te verdiepen. In fase 3 houden we samen met relevante partners een studiedag rond kloosterbibliotheken.

Lijn C—Internationale samenwerking is gericht op het ontwikkelen van internationale samenwerkingsverbanden rond handschriften en handschriftfragmenten. De foto’s en metadata van fragmenten vormen de basis voor het partnerschap met het internationaal project Fragmentarium. In fase 1 van het project ontwikkelen we protocollen voor de uitwisseling van metadata tussen de MMFC-databank en het Fragmentarium-systeem (https://fragmentarium.ms), en zullen de metadata en foto’s worden ingelezen door Fragmentarium. De gegevens voor de handschriften die in 2021-2023 worden beschreven, worden op regelmatige tijdstippen aangeleverd. Door deze samenwerking zal de MMFC-metadata ook via het Fragmentarium-portaal worden ontsloten. Hierdoor zal het rijke Vlaamse erfgoed in de kijker worden gezet naar een internationaal publiek van onderzoekers en geïnteresseerden. In fase 1 verkennen we ook de mogelijkheden om samen met KBR, CICWeb (Franstalige gemeenschap), MMDC (Nederland), eCodicesNL en de Bibliothèque nationale du Luxembourg een handschriftenportal te ontwikkelen voor de Lage Landen. In fasen 2 en 3 hopen we dit met deze partners verder te ontwikkelen.

Welke organisaties nemen deel aan het project?

Bij het indienen van de subsidieaanvraag voor het project waren er 38 projectpartners. Het project staat open voor andere relevante en geïntereseerde Vlaamse erfgoedorganisaties.

Expertisepartners

  • KADOC. Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving (tevens collectiebeherende organisatie)
  • VRB – Expertisehouders Levensbeschouwelijke Collecties
  • Fragmentarium, University of Fribourg
  • Illuminare – Studiecentrum voor Middeleeuwse Kunst
  • Maurits Sabbebibliotheek (KU Leuven Bibliotheken) (tevens collectiebeherende organisatie)
  • Alamire Foundation (tevens collectiebeherende organisatie)

Collectiebeherende organisaties

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
  • Universiteitsbibliotheek Antwerpen
  • Ruusbroecgenootschap (Universiteit Antwerpen)
  • Openbare Bibliotheek Brugge
  • Bibliotheek Hasselt Limburg
  • KU Leuven Bibliotheken - Bijzondere Collecties
  • Universiteitsbibliotheek Gent
  • Abdij der Norbertijnen van Averbode
  • Abdij der Benediktijnen van Dendermonde
  • Norbertijnenabdij van Grimbergen
  • Erfgoedsite Abdij van Park
  • Archief van de Norbertijnenabdij van Tongerlo
  • Grootseminarie Ten Duinen 
  • Bisdom Antwerpen
  • Bisdom Brugge, Bisschoppelijk Archief
  • Bisschoppelijk Archief Gent
  • Aartsbisschoppelijk Archief te Mechelen
  • Archief van de collegiale O.-L.-Vrouwekerk Aarschot
  • Sint-Salvatorskathedraal Brugge
  • Musea Brugge
  • Museum De Mindere (vzw Museum Franciscaans Erfgoed)
  • Museum Mayer van den Bergh
  • M – Museum Leuven
  • Museum Plantin-Moretus
  • Museum Vleeshuis
  • Museum De Mindere, Sint-Truiden
  • Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën, Vlaamse Rijksarchieven
  • Stads- en OCMW-archief Brugge
  • Archief Gent
  • Stadsarchief Mechelen
  • Stadsarchief Oudenaarde
  • Koninklijk Conservatorium Brussel  – School of Arts Erasmushogeschool Brussel
  • Musea Maaseik

Hoe wordt het project gefinancierd?

De Vlaamse overheid stelde voor de eerste en de tweede fase van dit project (2021 en 2022) subsidies van 99.000 en 95.000 euro ter beschikking. De Vlaamse Erfgoedbibliotheken betaalt zelf de niet-subsidieerbare kosten en de ICT-intrastructuur van de MMFC-databank. Deelnemende partnerorganisaties zetten ook hun eigen personeel in waar nodig.

Details
Soort activiteit 
Project
Looptijd 
01-2021 - 12-2023
Vlaamse Erfgoedbibliotheken
Beleidsperiode 
Rol 
Projectleiding
Zie ook
  • Activiteit
  • |
  • 09-02-2021