'The New Renaissance': Rapport over het online brengen van het Europese cultureel erfgoed

Omslag van het rapport

De creatieve sector en de cultuursector van Europa ondergaan momenteel een revolutionaire transformatie, waarbij innovatieve oplossingen nodig zijn om voordeel te blijven halen uit de technologische vooruitgang. De Europese Commissie heeft een Reflection Group ('Comité des Sages') voor digitalisering aangesteld om te bekijken hoe digitalisering, online toegang en preservering van culturele werken in Europa het best kan worden versneld.

Het onderzoek omvatte onder meer een volksraadpleging, een publieke hoorzitting, een technische audit van Europeana en een studie naar de kosten van digitalisering. De resultaten werden vandaag gepubliceerd in een eindrapport van 44 pagina's met als titel The New Renaissance. De auteurs zijn de leden van het Comité, Maurice Lévy (hoofddirecteur van Publicis), Elisabeth Niggemann (algemeen directeur van de Duitse Nationale Bibliotheek) en Jacques De Decker (schrijver).

Het rapport en de annexen zijn te vinden op de website van het Digital Libraries Initiative. Het rapport werd ook opgenomen in ons documentatieoverzicht.

Het persbericht van de Europese Unie (ook in het Nederlands) vat de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het verslag als volgt samen:

  • De portaalsite Europeana moet het centrale referentiepunt worden voor de onlinetoegang tot het culturele erfgoed van Europa.

  • De lidstaten moeten waarborgen dat al het materiaal dat met openbare middelen gedigitaliseerd is en alle meesterwerken van het publieke domein tegen 2016 beschikbaar worden gesteld op Europeana.

  • Culturele instellingen, de Europese Commissie en de lidstaten moeten Europeana actief en op grote schaal bevorderen.

  • Auteursrechtelijk beschermde werken die niet langer commercieel verspreid worden, moeten online worden gezet. Het is in de eerste plaats aan de rechthebbenden om deze werken te digitaliseren en te beheren. Als de rechthebbenden dat echter niet doen, is het belangrijk dat culturele instellingen de mogelijkheid hebben om het materiaal te digitaliseren en beschikbaar te stellen aan het publiek, waarvoor de rechthebbenden dan een vergoeding moeten ontvangen.

  • De EU-regels voor verweesde werken (werken waarvan de rechthebbenden niet achterhaald kunnen worden) moeten zo snel mogelijk worden vastgesteld. In het verslag worden acht basisvoorwaarden gesteld waaraan een oplossing moet voldoen.

  • De lidstaten moeten hun financiering voor digitalisering aanzienlijk verhogen om in de toekomst banen en groei te kunnen creëren. Met de financiële middelen die nodig zijn om 100 km aan wegen aan te leggen, zou 16% van alle beschikbare boeken in de EU-bibliotheken of alle geluidsinhoud van de culturele instellingen van de EU-lidstaten gedigitaliseerd kunnen worden.

  • Publiek-private partnerschappen voor digitalisering moeten worden aangemoedigd. Deze samenwerkingsverbanden moeten transparant, niet-exclusief en billijk zijn voor alle partners. Verder moeten ze resulteren in grensoverschrijdende toegang tot het digitale materiaal voor iedereen. Er mag aan de particuliere partner niet langer dan zeven jaar voorrang worden verleend voor het gebruik van het gedigitaliseerde materiaal.

  • Om het behoud van de collecties in hun digitale formaat te waarborgen, moet een tweede kopie van het culturele materiaal op Europeana worden gearchiveerd. Verder moet er een systeem worden ontwikkeld zodat al het culturele materiaal dat momenteel door verschillende landen moet worden toegevoegd, slechts één keer wordt toegevoegd.

De teneur van het rapport is dat Europa moet zorgen dat het een digitale Renaissance tegemoet gaat in plaats van digitale donkere tijden, en dat de publieke sector en de erfgoedinstellingen de primaire verantwoordelijkheid hebben deze Renaissance te financieren en te realiseren.

  • Nieuwsbericht
  • |
  • 10-01-2011
  • |
  • David Coppoolse (Vlaamse Erfgoedbibliotheken)