Oorlogsdagboek Virginie Loveling erkend als topstuk
De Topstukkenlijst van de Vlaamse Gemeenschap wordt uitgebreid met 86 stukken en 9 verzamelingen. Op de lijst staat ook het oorlogsdagboek van Virginie Loveling (1836-1923), dat bewaard wordt door de Universiteitsbibliotheek Gent, partner van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek.
Dagboek
Het oorlogsdagboek van Virginie Loveling (1836-1923) is een belangrijke getuigenis van de oorlogsjaren in Gent en omstreken, van de menselijke verhoudingen en van het dagelijks overleven in oorlogstijd. Het dagboek is een tastbare herinnering aan een groot schrijfster die ‘met persoonsgevaar’ een monumentaal oorlogsdagboek heeft samengesteld dat integraal bewaard is.
Virginie Loveling was een bekende schrijfster op leeftijd: in 1914 was ze al 78. Een jaar eerder had Loveling besloten te stoppen met schrijven, maar bij het uitbreken van de Groote Oorlog nam ze de pen weer op. Omdat het maken van aantekeningen verboden was door de bezetter, verstopte ze haar dagboekfragmenten door heel haar huis.
Het manuscript kwam na de nodige omzwervingen terecht in de Universiteitsbibliotheek Gent. Daar bleef het lange tijd anoniem in een groene doos liggen. In 1999 werd het onder de titel 'In Oorlogsnood' integraal uitgegeven door de Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde. Bert Van Raemdonck maakte vervolgens een kritische teksteditie die in 2005 diende als basis voor een publieksuitgave.
Topstukkenlijst
Op de Topstukkenlijst wordt cultureel erfgoed geregistreerd dat omwille van zijn uitzonderlijke archeologische, historische, cultuurhistorische, artistieke of wetenschappelijke betekenis voor de Vlaamse Gemeenschap bewaard moeten blijven. Cultuurgoederen op de Topstukkenlijst worden als zeldzaam en onmisbaar voor de Vlaamse Gemeenschap bestempeld.
De op de lijst geplaatste werken kunnen niet zonder toestemming buiten Vlaanderen worden gebracht. De Vlaamse overheid kan deze toestemming weigeren mits zij zich engageert om het topstuk van de eigenaar te kopen tegen de internationale marktwaarde. Voor fysische ingrepen op een topstuk (bijvoorbeeld restauratie) is een voorafgaande toelating vereist. De restauratie van tostukken is subsidieerbaar tot een maximum van 80 % van de kosten.
